Download als pdf
Model
Het LoREco project wil de uitbouw en versterking van lokale regeneratieve economieën maximaal
ondersteunen. LoREco zet dan ook maximaal in op volgende elementen op het lokale niveau:
- Het verhogen van financiële zekerheid,
- Het inzetten op ecologisch herstel,
- Het herstellen van het lokale sociaal weefsel,
- Het bieden van ademruimte voor persoonlijke ontwikkeling,
- Het toevoegen van extra betekenislaag rond wat waardevol is.
Om deze elementen te bereiken, zet LoREco in op het ontwikkelen van een munt-ecosysteem parallel en
aanvullend aan dat van de euro. Dit munt-ecosysteem steunt op een digitale complementaire munt. Met deze
munt kan je goederen en diensten aankopen bij de actoren die deel uitmaken van het munt-ecosysteem. De
euro geldt als rekeneenheid en dus referentiekader om de aangeboden diensten en producten ‘correct’ in
munten te kunnen prijzen. Eén munt is bijvoorbeeld gelijk aan 1 euro. In het munt-ecosysteem is echter
er geen mogelijkheid om ‘rechtstreeks’ munten om te zetten naar euro, het gaat dus om een rekeneenheid
en geen wisselkoers.
Er zal binnen LoREco een digitale interactietool ontwikkeld worden die twee belangrijke functies
vervult. Enerzijds is het een platform waarop aanbieders van goederen en/of diensten en potentiële
afnemers elkaar vlot kunnen vinden. Anderzijds maakt die tool het mogelijk de munt transacties uit te
voeren en zal die het totale saldo aan munten van de gebruiker op een eenvoudige en overzichtelijke
manier bijhouden.
Elke maand ontvangt iedere persoon die deel uitmaakt van het munt-ecosysteem onvoorwaardelijk een vast
bedrag (i.e. basisinkomen) aan complementaire munten om te besteden binnen het munt-ecosysteem. Hoe
groot het basisinkomen is, hangt af van de financiële draagkracht van het ecosysteem waarbinnen de munt
geldig is. Met andere woorden, wanneer er weinig actoren participeren, zal het basisinkomen klein zijn.
Van zodra er veel verschillende vragers en aanbieders actief zijn, kan het basisinkomen groter zijn.
De grenzen van het munt-ecosysteem worden bepaald door het netwerk aan actoren binnen het ecosysteem.
Binnen het LoREco project zien wij het ecosysteem op stads/gemeenteniveau, waarbij elke actor binnen de
stad of gemeente (bv. burgers, handelaars, vzw's, stadsdiensten, etc.) kan participeren binnen het
munt-ecosysteem. Dergelijke systemen kunnen ook worden opgezet op kleinere schaal (bv. netwerk van
actoren die werken rond een specifiek, gelijklopend doel) of op grotere schaal (bv. (bio)regionaal).
Binnen het LoREco munt-ecosysteem staat duurzaamheid en regenerativiteit voorop. We definiëren
duurzaamheid breed en holistisch, waarbij het kan gaan om duurzaamheid op vlak natuurlijk kapitaal,
sociaal kapitaal, menselijk kapitaal, intellectueel kapitaal en financieel kapitaal. Actoren actief
binnen het LoREco munt-ecosysteem trachten niet alleen op een verantwoorde manier met deze
multikapitalen bezig te zijn, bij voorkeur zetten ze ook acties op die regeneratief van aard zijn. Dit
wil zeggen dat acties worden opgezet die op één of meerdere van de vijf kapitalen positief en
herstellend werken. Dus, hoewel iedereen die binnen de grenzen van het ecosysteem ligt, goederen en
diensten kan aanbieden in de complementaire munt, zullen zij gestimuleerd worden om hun activiteiten zo
duurzaam mogelijk te organiseren.
Iedere aanbieder binnen het ecosysteem zal dus de duurzaamheidsinspanningen moeten kunnen aantonen. Dit
kan enerzijds door het bepaald hebben van bestaande labels die passen binnen het multikapitalenkader
(bv. BCorp, Fairfin label, …) en anderzijds door het opstellen van een gepersonaliseerd charter waarbij
de aanbieder een aantal doelen rond het duurzaam omgaan met de één of meerdere kapitalen voorop zet. De
vooruitgang richting het halen van die doelstellingen wordt door een overkoepelende organisatie
opgevolgd. Daarnaast zal er ook een peer-review ratingsysteem opgesteld worden die het mogelijk maakt
dat de participanten in het systeem een duurzaamheidsscore toe te kennen.
Op basis van deze verschillende manieren om de duurzaamheid van een aanbieder in te schatten, zal die in
een bepaalde duurzaamheidscategorie (tiers) onderverdeeld worden. Deze duurzaamheidstiers gaan van
‘intentie tot verduurzamen’ over ‘kapitaal neutraal’ tot ‘regeneratieve aanbieder’. Door extra
inspanningen te doen om het duurzaamheidsniveau van de activiteiten te versterken, kan een aanbieder
opklimmen doorheen de tiers.
Deze duurzaamheidstiers zijn gekoppeld aan een beloningssysteem met bonusmunten voor de afnemers. Wie de
complementaire munten spendeert aan duurzame goederen en/of diensten, heeft recht op een bepaald aantal
bonusmunten. Om na te gaan of iemand recht heeft op bonusmunten, bekijken we maandelijks de ratio van
‘duurzaam gespendeerde munten’ versus het totale maandelijks uitgegeven bedrag. Munten gespendeerd bij
aanbieders die in hogere duurzaamheidstiers zitten, tellen zwaarder mee in de berekening. Van zodra de
ratio hoog genoeg is, worden de bonusmunten op de rekening bijgezet.
Het is mogelijk de complementaire munten op te sparen. Echter, om overmatige kapitaalaccumulatie tegen
te gaan, zal vanaf een bepaald gespaard bedrag een zeker percentage negatieve rente gehoffen worden
(demurrage). De demurrage zal progressief gehoffen worden. Een billijk deel van de gespaarde munten
blijft altijd demurrage-vrij, maar zodra de threshold is overschreden, zal het demurragepercentage
stijgen in verschillende niveaus, naargelang de hoogte van je gespaarde hoeveelheid munten.
De munten die afgeroomd worden door de demurrage zullen, in belangrijke mate, terug in de lokale
economie geïnvesteerd worden inj projecten van aanbieders in hoge duurzaamheidstiers of projecten van
aanbieders uit lagere tiers die via die projecten tiers willen stijgen. Iedereen binnen het muntsysteem
zal in de digitale interactietool eenvoudig kunnen aangeven naar welk type projecten van algemeen belang
zijn of haar eventueel gedemurreerde munten toe vloeien.